GEKWAAK BIJ BARKS (PART 2)

1977, by Daan Jippes

Het was toch zo'n uitstekende vondst van de [Stripschrift] redaktie: Carl Barks ter gelegenheid van het vijfentwintig-jarig jubileum van Donald Duck-weekblad telefonisch interviewen. Jammer toch dat de bejaarde kunstenaar stokdoof bleek. Toen bovendien intermediair (echtgenote) Garé met rugklachten aan bed gekluisterd bleef en interviewer Daan Jippes het vliegtuig naar Timboektoe node miste, konden we het wel vergeten. Schriftelijk interviewen met alle daaraan klevende nadelen, zoals het niet kunnen inspelen op Barks' antwoorden was de noodgedwongen oplossing. Hieronder het resultaat van alle inspanningen, waaruit voor kenners toch wel veel duidelijk wordt!


Elke tekenaar of schrijver die goed is, is behept met een bepaalde stijl. Ook jouw verhalen en tekeningen hebben een voor iedere lezer zeer herkenbare stijl. Ben je je ooit bewust geweest van je stijl bij het maken van een verhaal?

Het tekenen van de eenden en hun karakters veranderden van jaar tot jaar. Het soort Donald dat ik in de vijftiger jaren maakte en de soort verhalen die ik schreef waren niet dezelfde als die ik in de zestiger jaren deed. Ik zou vandaag de dag geen jaren 50 verhaal kunnen maken. Ik zou niet weten hoe.

Je hebt nogal wat verhalen over Donald geschreven; er moeten dus wel bepaalde overtuigingen gegroeid zijn over het tot stand brengen van een 'geslaagd', 'onderhoudend' script. Wat is of was essentieel voor de 10-pagina verhalen bijvoorbeeld?

De eerste bladzijde van de 10-pagina verhalen was erg belangrijk. Voor de langere verhalen was die ook belangrijk. Het moest de valstrik zijn waardoor een lezer de bladzij zou omslaan, en zou doorlezen. Ik hield er niet van als de redaktie er grote titel-layouts van maakte. Dan waren er nog maar twee of drie hokjes om de valstrik in te spannen.

Als je eens krap in de tijd zat en nog maar weinig dagen had om een 10-pagina verhaal te leveren, waren er dan bepaalde methoden, of nam je een bepaald type verhaal dat tijdbesparend kon werken?

Ik hoefde zelden gehaast te werken aan een 10-pagina verhaal. Als 't toch voorkwam streefde ik naar een plot dat lekker snel schreef. Wat 't tekenwerk betreft, ik merkte dat ik ingewikkeld werk bijna net zo snel kon als simpel werk. De taak was interessanter en ik kon het dan opbrengen om harder te werken. Verveling was de grootste tijd-vreter.

Maakte het veel verschil of je een Duck tekende voor een omslag of voor een plaatje op een strippagina?

Omslagtekeningen waren NIET hetzelfde als hokjestekeningen. De eenden moesten groter. Hun koppen moesten enorm. De opstelling was altijd krampachtig en moeilijk.

Is Donald nu eigenlijk een volwassene? Behoort hij tot een bepaalde generatie, of zijn er ook verschuivingen opgetreden in zijn leeftijd?

Donald lijkt me ongeveer 15 jaar oud te zijn met de verantwoordelijkheden van een volwassene en het verstand van een zesjarige (soms tenminste) waarmee hij die verantwoordelijkheden aanmoet. Hij is alleen maar onverantwoordelijker en roekelozer geworden.

Tegenwoordig worden je verhalen regelmatig door Gold Key herdrukt. Niet alleen de latere, maar ook die uit de jaren 50. Heb je bij terugzien voorkeur voor één bepaalde periode? En heb je vroeger een indruk gehad van de populariteit van de verhalen in de jaren 50 en 60?

Men kan niet meten hoe succesvol mijn latere verhalen (uit de jaren 60) waren bij de lezers. De verspreiding van strips was zo slecht in de jaren 60 (en nu nog) dat er geen verkoopvergelijkingen gemaakt kunnen worden. Ik denk dat de plots steviger in elkaar zaten en de karakters beter uit de verf kwamen in mijn latere verhalen. De 50-er jaren verhalen waren waarschijnlijk mijn beste, daarentegen. In die tijd kwam ik nog op frisse nieuwe onderwerpen en omgevingen.

Wat versta je onder verhaalopbouw?

Dat is volgens mij het proces van keuze en plaatsing van de voornaamste faktoren die een verhaal bepalen: omgeving, motief, karakters en zo in een prettig leesbaar plot.

Je hebt wel eens gezegd dat het Vierkante Eieren-verhaal technisch gezien je beste verhaal was. Dat is uit 1949, en daarna heb je nog zoveel knappe dingen gedaan. Vind je dan niet dat je in de loop der jaren steeds vakkundiger bent geworden?

Ja, ik geloof dat de kunde van een schrijver of kunstenaar met de jaren rijpt. Hij leert fouten te vermijden bij schrijven of tekenen. Dat is het technische aspekt van het verhalen maken - in staat te zijn grappen en situaties te zien als radertjes in een goed geoliede machine. Wat betreft het Vierkante Eieren-verhaal, ik denk dat ik het tekenwerk een paar jaar later beter had kunnen doen, maar niet het verhaal.

Vind je datje vak en je persoon na al die interviews goed belicht is geworden? Is het publiek genoeg op de hoogte van het vak?

Over de algemene opvattingen over het vak van schrijver-striptekenaar wil ik zeggen dat die nu hoger zijn dan ooit, maar het beroep wordt nog maar nauwelijks naar waarde geschat. De scheppers van de grote krantenstrips uit het verleden zijn in kleine kring beroemdheden geworden, maar toch vindt men 't nog zonderlingen.

  Sources


E-mail   McDrake International - Carl Barks forum
Generated by DVEGEN 4.8b on 2012-11-24