'Ik zal iedereen wel teleurstellen, want wie hier komt verwacht een soort menselijke dynamo
te zien, denk ik, die voortdurend geestigheden om zich heen strooit, maar ik moet ze
teleurstellen...' Ik kan me niet voorstellen dat iemand die Carl Barks ontmoet, teleurgesteld
is; mijn eigen verwachtingen werden verre overtroffen. Ik had me een lange vriendelijke
heer met wit haar en een snorretje voorgesteld, en het was exact zo'n heer die me aan de
deur begroette. Misschien is hij dan geen menselijke dynamo, Barks is in elk geval een
voorbeeld van geduld. Hij beantwoordt voor de zoveelste keer vragen die elke geestdriftige
bezoeker hem wel zal stellen.
Omdat mijn bezoek meer een gezelligheids- dan een journalistiek karakter droeg, moet u de
volgende aantekeningen niet zien als een doorwrocht interview, maar meer als een voorbeeld
van 'gekwaak over de keukentafel bij Barks'.
Hoe kwam je ertoe om verhalen in heel exotische plaatsen te laten spelen?
Had je daar als kind over gelezen?
Het was meer zó, dat ik dacht dat andere kinderen er over gelezen hadden, en erin geïnteresseerd waren. Waarschijnlijk had iedereen erover gelezen, behalve ik.
Je hebt een paar rampenverhalen gemaakt met Donald, zoals De Dorpssmid en het enorme stenen gezicht van Senator Snoggin - hoe kwam je op al die variaties op dat ene thema?
Nou, het was nou eenmaal zo dat Donald altijd de klappen kreeg. Hij was arrogant, en ook véél te zelfverzekerd. Het werd een soort thema van mij om die trots tot stof te vermalen.
Dat werd altijd zo totaal gedaan, neem nou dat vagevuur in 'Omelette'.
[Garé] Carl levert nooit half werk af...
Maar 'Donald als pyromaan' hebben ze toch afgezwakt, niet?
Dat was het verhaal waarin hij door een klap op zijn hoofd verandert in een fikkie-stoker. Hij stichtte steeds brandjes met hele vreemde vormen en helemaal aan 't slot kon hij de verleiding niet weerstaan om brand te stichten in de prullebak van de rechter. Dat was mijn einde, maar ze hebben het veranderd - in een droom of zo; ik weet 't niet meer.
Maar in 'Omelette' lukte 't je wel: daar verbrandde de hele stad, dat vond ik altijd al één van de beste.
Ja, dat vindt men één van de grappigste.
Had je nooit bezwaar tegen het dragen van wapens door de Ducks? Soms leek het geweld heel erg echt, zoals het geschiet in 'Sheriff of Bullett Valley'.
Ik kan me niet herinneren, dat er ooit gezegd is, dat ik geen wapens mocht gebruiken. Ik vermeed het alleen omdat er al zo gruwelijk veel andere strips waren, waarin voortdurend wapens gehanteerd werden; ik wilde iets anders.
En politieke onderwerpen?
Ik lette er wel op om ze niet teveel van zulke beslissingen te laten nemen want ik censureerde mijn werk zelf al vrij grondig. Ik wist wel zo'n beetje wat ik me kon veroorloven, en ik wist dat ik maar liever niet op de tenen van de regering moest gaan staan, of op welke politieke zaak dan ook, omdat de firma zijn postvergunning zou kunnen verliezen.
Herinner je je Pulpheart Clabberhead, de kinderpsycholoog?
Ja, die was geïnspireerd op Doctor Spock...
Het is interessant hoe vaak je je kijk op de zaak over kon brengen zonder boodschappen speciaal te benadrukken. Volgens mij heb je een heleboel van je ideeën zeer duidelijk gemaakt - vervuiling, bureaucratie, noem maar op.
Ja, ik heb nooit willen preken. Als ik een boodschap wilde overbrengen probeerde ik dat op een zo onderhoudend mogelijke manier te doen - als een deel van de grappen of van het verhaal. Ik stopte het er nooit domweg in met een verhaaltje er omheen.
Ik denk niet dat kinderen of volwassenen graag moralistische dingen op hen afgevuurd krijgen.
In elk geval niet in hun ontspannings-amusement. En wat betreft politiek, dat vermeed ik om twee redenen. De voornaamste reden is dat 't zo verschrikkelijk snel voorbij is. 't Is zó weg. Vandaag is het een groot strijdpunt en tegen de tijd dat het blad acht maanden later uitkomt, is het alweer oud en vergeten. Dus met politiek heb ik me maar nooit bezig gehouden.
De meeste schurken waren nogal gemeen, maar de Brutopiërs hebben toch wel heel erg veel van de Russen.
Dat was ook wel komisch bedoeld, trouwens. Ze moesten daar zo godsgruwelijk gelukkig zijn en ik stak de draak met dat enorme geluk.
Ik snap nog steeds niet hoe het nou zit met Western Publishing Co. en Walt Disney. Ik dacht dat ze bij Disney konden doen wat ze wilden, en nou schijnen ze weer onder de duim gehouden te worden door Western Publishing.
Wel, dat is een mysterie dat niemand die ik ken ooit heeft kunnen oplossen - wie nou precies de baas is. Ze hadden kontrakten waarmee ze bepaalde rechten verleenden, zoals aan Western Publishing. Die kontrakten moesten natuurlijk beide partijen beschermen. Western had een hoop rechten en Disney had een hoop rechten en je moest akelig goed opletten, onder wiens verantwoording bepaalde dingen vielen.
Je hebt eens gezegd hoe sommige firma's hun artiesten per bladzijde betaalden - heeft dat iets te maken met de schepping van Dagobert die aldoor in zijn geld wentelt en graaft?
Daar had het niets mee te maken. Ik verzon Oom Dagobert omdat het een goeie figuur was, en een interessante. Nee, ik zou geen psychologische redenen kunnen bedenken waarom ik één of ander verhaal maakte.
[Garé?] Toen Carl met Dagobert begon overzag hij volgens mij zijn hele karakter nog niet. Hij begon ermee, omdat hij in dat verhaal goed van pas kwam. En toen zag hij dat hij met Dagobert nog veel meer kon doen. [Het artikel is niet duidelijk in wie dit zegt. Het kan net zo goed een noot zijn van de interviewer. DvE]
Gare, ik heb gehoord dat je een groot gedeelte van de lettering hebt gedaan.
[Garé] Dat heb ik tijdenlang gedaan. Carl legde me uit wat ze wilden en dat deed ik. Ik bedoel: er was geen ruimte voor eigen initiatief, je moest het zó doen, punt uit. Ik kopieerde zijn stijl zo goed mogelijk, maar zijn letters waren breder en hadden langere lussen, want juist toen ik begon vroegen ze de lettering kompakter te maken.
Wanneer was dat?
[Garé] 1952, niet? Heb ik dat 'Omelette' verhaal gedaan? Nee, dat is de oude lettering. Ik vond Carls manier altijd erg goed, maar ze wilden het voortdurend steeds dichter bij elkaar, steeds dichter. Uit mezelf had ik het meer gedaan zoals Carl.
Die bizarre dingen in het huis van Donald vond ik altijd enig - de vissenkommen vol piepkleine visjes, of met één kolossale vis erin.
Daar moest ik van Garé mee ophouden. Ze zei dat het dierenmishandeling was om die arme visjes zo weinig ruimte te geven.
[Garé] Ik vreesde dat kinderen daar naar zouden kijken en gaan denken dat ze goudvissen konden kweken in een theekopje. Hoe vond je dat verhaal van de Peeweegahs? Ik kreeg een brief van de jongens van Plattsburg High School die zeer onder de indruk waren toen het herdrukt werd. Alle kinderen op school hadden het gelezen en ze drukten in de schoolkrant wat Papa Peeweegah, het oude opperhoofd zei:
'Mij niet geloven dat zo'n bewijs[Nog steeds Garé?] Dat maakte indruk op ze: de hele natuur, de vogels, de dieren, donderwolken en de golven van de zee, alles moet samenwerken en toestemmen in eventuele veranderingen, en daar kwam Dagobert met zijn zware industrieën en mijnen!
Iets betekent voor de vissen,
Voor de schepselen van het woud,
Voor de vogels, onze broeders,
In het land van de Peeweegahs!
Niemand kan dit bosland verkopen,
Niemand heeft het recht, de reden
Dan alle broeders' opperhoofden,
In een powwow met de seizoenen!
We hebben eens opgemerkt dat er een aantal verhalen met 'Lange eenden' zijn, die toch beslist in jouw stijl zijn gedaan.
Oh, dat kwam omdat er iets met het tekenpapier aan de hand was. Ze gaven me eens
tekenpapier met een sponsachtig oppervlak. Als ik eenden tekende maakte ik ze
automatisch te lang, en dan gumde ik ze uit en deed ze overnieuw. Het lijkt wel
of iedere eend die ik ooit getekend heb, eerst te lang uitviel. Toen ik op dat
sponzige papier werkte werden ze weer te lang, maar ik kon ze niet meer uitvlakken!
Ten slotte gaf ik het maar op, en inkte die maffe eenden zoals ze erop stonden, dus
veel te lang...
Nog wat - er kwam ook een model-sheet uit rond die tijd waarin de verhoudingen
van de eend gewijzigd waren. Dat was een model-sheet voor de studio en ik probeerde
een soort compromis te krijgen tussen de eenden zoals ik die tekende en dat model-sheet.
Zij tekenden hem vier hoofden hoog, en ik drie of drie en een halve kop. Dus ik
probeerde een tussenweg te vinden, en dat was ook één van de redenen
waardoor ik in de war raakte.
En dan nog wat, ik was toen een jaar voor op mijn deadline, dus ik had die eenden
al maandenlang klaar voordat ik ze terugzag in druk, en merkte dat ze veel te lang waren.
Was je ooit in de verleiding de figuren te vereenvoudigen na een tijd?
Nee, ik kan me niet herinneren die verleiding ooit gehad te hebben. Ik maakte ze altijd
al zo eenvoudig mogelijk, dus ik zou niet eens gekund hebben. Ja, dat is iets wat de
mensen niet begrijpen, en dat is dat iemand z'n stijl op natuurlijke wijze verandert;
zonder dat de artiest het weet verandert zijn stijl. Volgens mij is dat zo bij iedere
artiest zelfs bij Norman Rockwell-realisten, kijk naar hun vroegste werk en je zult
zien dat ze door de jaren heen behoorlijk veranderd zijn. Russell Myers - die
z'n Broomhilda is verschrikkelijk veranderd in die vier of vijf jaar dat hij haar tekent.
Als je die eenden of andere poppetjes tekent, schiet eens in de zoveel keer je pen
uit en dan zie je dat dat een verbetering is, dat het een geluk bij een ongelukje
was, dat zijn figuur er daardoor beter uitziet. Dan neemt hij dat op en over en
blijft het toepassen. Zo doe ik dat bij mijn eenden en behalve die ene keer dat
ik ze te lang tekende heb ik 't altijd zo gedaan.
|
|